(werkt niet met Firefox, wel met Internet Explorer)
Deze tempel is met deze van Karnak verbonden via een twee kilometer lange sfinxenlaan waarlangs de belangrijke Opetprocessie trok.
De eerste pyloon (65m breed en 25m hoog) werd gebouwd door Ramses II.
Op het westelijk massief houdt de koning krijgsraad met zijn adviseurs waarna hij ten strijde trekt.
Op het oostelijk massief wordt de slag van Qadsj afgebeeld.
De stad is omgeven door de rivier Oronto, daaronder de Hettitische infanterie met koning Moewatallis op zijn strijdwagen.
Op de achterzijde van de pyloon staat een mooie afbeelding van Ramses II en Nefertari die het sistrum en het menat-halssnoer schudt ter gelegenheid van het feest van de vruchtbaarheidsgod Min.
Voor de pyloon stonden zes koningsbeelden van Ramses II, de twee zittende beelden (7m hoog) in graniet zijn nog intact, van de vier staande beelden is enkel het westelijk beeld bewaard gebleven. De indrukwekkende obelisk uit roze graniet is 25m hoog. De westelijke bevindt zich in Parijs op de Place de la Concorde.
De Open Hof (57x51m) heeft een dubbele colonnade met 74 zuilen met gesloten papyruskapiteel. Let op de decoratie van de westelijke wand waar de Opet-processie wordt afgebeeld: we zien de zonen van Ramses die de stoet openen met offerstieren. De twee tronende koningsbeelden voor de tweede pyloon zijn van Amenhotep II maar geüsurpeerd door Ramses II. Door deze pyloon komt men in een gigantische colonnade van 14 zuilen, 21m hoog, rechts van de toegang het albasten beeld van Amon en Moet met de gelaatstrekken van Toetanchamon. De wanddecoratie, uitgevoerd onder Toetanchamon, stelt scènes van het Opet-feest voor.
Door de derde pyloon bereikt men de mooiste Open Hof van Egypte, omgeven door zestig gebundelde papyruszuilen, achteraan begrensd door een zuilenzaal, erachter barkenkapellen voor Moet, Chonsoe en Amon. De kleine zuilenzaal werd later omgebouwd tot een kapel voor de Romeinse keizercultus. Volgt een offerzaal waarna een barkenkapel in opdracht van Alexander de Grote. Op de westwand ziet men een grote menukaart die Amon een eeuwig “menu à la carte” garandeert.
Langs de barkenkapel van Alexander komt men in de geboortekamer waar de “goddelijke geboorte” van Amenhotep II is afgebeeld. Nadat Amon aan de goden zijn voornemen om een troonopvolger te verwekken heeft aangekondigd verwekt hij, in de gedaante van de koning, bij de koningin-moeder de troonopvolger. Hij geeft aan Chnoem de opdracht de koning en zijn ka op de pottenbakkersschijf te vormen. Thot meldt de koningin dat ze zwanger is en, negen maanden later, wordt ze door Chnoem en Heket naar de verloskamer geleid. Eens de koning geboren wordt hij door Amon officieel erkend en aan de goden als rechtmatige erfgenaam van de troon voorgesteld.
