dodenmasker Psoesennes I
Bij de aanvang van de Derde Tussenperiode, rond 1070 v.C., ontstond een nieuw type van Koninklijke begraafplaats: het kapellengraf binnen de tempelomheining (temenosgraf).
De piramiden uit het Oude Rijk en het Middenrijk, alsmede de rotsgraven uit het Nieuwe Rijk werden geplunderd. Door de koningsgraven in de tempel te plaatsen hoopte men een volledige veiligheid te kunnen waarborgen in de onzekere tijden die er toen heersten.
De graven van de 21ste en 22ste dynastie liggen in de zuidwestelijke hoek van het tempelterrein te Tanis (het moderne San el Hagar in de Delta).
In 1939 werden hier door Pierre Montet zes ongeplunderde grafkamers gevonden, behorend aan de koningen Psoesennes I, Amenemope, Osorkon III en Sjosjenk III (de andere twee waren niet te identificeren).
De bovenbouw van de graven was afwezig of verdwenen. Via een schacht kwam men in de onderbouw uit kalksteen. In de sarcofagen in graniet vond men vergulde of zilveren mummiekisten, gouden mummiemaskers en prachtige juwelen.
Tempelgraven van Tanis