Thinietische Tijd
mastaba
Gedurende de Thinietentijd (1ste en 2de dynastie) werden voor de koningen enorme grafmonumenten (mastaba’s) in tichelsteen, met een lengte tot 60 en een breedte tot 30 meter, gebouwd.
Oude Rijk
trappenpiramide
Op de drempel van de 3de dynastie, rond 2800 v.C. groeit het idee om voor de koning een graf voor de eeuwigheid te bouwen. De traditionele, vergankelijke tichels worden vervangen door “eeuwigdurende” natuursteen. Imhotep, architect van koning Djoser, bouwt voor het eerst een ommuurd funerair complex met de eerste trappenpiramide en “schijnkapellen” in natuursteen.
De koningen bouwden een eeuwig graf in natuursteen, maar leefden verder in tichelstenen paleizen. Zij hechtten dus duidelijk minder waarde aan hun aards verblijf dan aan hun hemels leven.
piramide van Meidoem
Het proces van verstening, door Imhotep ingevoerd, werd tussen 2700 en 2600 v.Ch. verder ontwikkeld door koning Snefroe, eerste koning van de 4de dynastie, die maar liefst drie grote piramiden bouwde:een eerste te Meidoem,vervolgens de “Knikpiramide” en uiteindelijk de “Rode piramide” , beiden te Dahsjoer.
de knik-piramide |
de rode piramide |
van rechts naar links, de piramiden van Cheops, Chefren en Mykerinos
Cheops bouwde de “Grote Piramide”, met een volume van 2,6 miljoen m³, tien maal de trappenpiramide van Djoser, en het grootste bouwwerk van de Oudheid.
Chefren en Mycerinos gingen op de ingeslagen weg voort maar vanaf de 5de en de 6de dynastie werden de piramiden minder kolosaal en minder verzorgd gebouwd.
zonnetempel
De koningen van de 5de dynastie lieten voor de Heliopolitaanse zonnegod Re zonnetempels bouwen (zes in het totaal).
Eerste Tussentijd
Het Oude Rijk (2700-2200 v.Ch.) eindigde in wanorde en verzet onder de regering van Pepi II, de honderdjarige farao die meer dan negentig jaar regeerde. De centrale overheid verloor aan macht waardoor het politieke en sociale systeem ontregeld werd. Het landbouwsysteem werkte niet meer samenhangend waardoor de agrarische productie daalde en hongersnood optrad. Een gewelddadige revolutie was hiervan het gevolg; tempels en graven werden vernield, piramiden werden van hun schatten beroofd.
Deze periode noemt men de Eerste Tussentijd en behelst de 7de tot de 10de dynastie.
Middenrijk
Gedurende het Middenrijk werd de eenheid hersteld; Thebe werd de nieuwe hoofdstad van het herenigde Egypte. Vooral bekend uit deze periode is koning Mentoehotep II van de 11de dynastie die aan de voet van de steile rotsen in Deir el-Bahari zijn monumentale graftempel liet bouwen [I]. Dit originele bouwwerk heeft grote invloed uitgeoefend op de graftempels die Hatsjepsoet [A] en Thoetmosis III [H] gedurende het Nieuwe Rijk bouwden.
Van de architectuur van het Middenrijk is weinig overgebleven, enkel sporen van de verwoeste piramiden opgetrokken door Amenemhat I,II,III en IV en door Sesostris I, II en III. Deze piramiden met kern in kiezelsteen en/of tichelsteen, bekleed met gepolijste platen Toerakalksteen, vervielen
snel nadat hun buitenbekleding was verwijderd.
De beroemde Witte Kapel van Sesostris I is een van de weinig bewaarde bouwwerken van de oorspronkelijke Amontempel te Karnak uit deze periode. Het gaat om een rustaltaar voor de godenbark opgetrokken in witte kalksteen. De onderdelen van deze kapel werden gebruikt als vulling voor de derde pyloon van het tempelcomplex te Karnak waar de franse archeoloog Henri Chevrier ze vond en opnieuw liet opbouwen in het “Openluchtmuseum”.
Tegen het einde van de regering van Amenemhat III, rond 1800 v.C., vielen nomadische stammen uit Palestina,de Hyksos genaamd, Egypte binnen en bezetten het deel boven Thebe. Egypte kende weer een tijd van regressie en onrust. Deze periode wordt de Tweede Tussentijd genoemd.
Nieuwe Rijk
1. Dadelpalmzuil
2. Papyruszuil
3. Lotusvormige zuil
4. Achtkantige zuil
5. Protodorische zuil of zestienkantige zuil
Koning Kamose, laatste farao van de 17de dynastie, versloeg de Hyksos. In 1580 verjoeg zijn broer Ahmose de Hyksos uit Egypte en stichtte het Nieuwe Rijk dat begint met de 18de dynastie. Een nieuw tijdperk van wederopbouw werd ingeluid.
Op welke basis stoelde de bouwkunst van het Nieuwe Rijk? Het legaat kwam van de vroegere voorbeelden uit het Oude Rijk die ze in nieuwe richtingen ontwikkelden. Van de 3de dynastie leende men de gecanneleerde zuilen,van de 4de vierkante granieten zuilen,van de 5de de cilindervormige zuilenschachten van de tempel van Sahoere, de palmvormige kapitelen van de piramidetempel van Oeserkaf en de papyruskapitelen van de dodentempel van Nioeserre. Uit het Middenrijk zuilen met acht, twaalf of zestien kanten.
De eerste bouwwerken uit het Nieuwe Rijk sluiten aan bij deze van het Middenrijk; zo is de Barkenkapel van Amenhotep I sterk gelijkend op deze van Sesostris I en is de dodentempel van Hatjepsoet op deze van Montoehotep geïnspireerd.
Tempels van Karnak (links) en Tempel van Luxor (rechts)
Tijdens de 18de dynastie werden te Karnak en Luxor enorme bouwwerkzaamheden ondernomen:
Thoetmosis I bouwde rond een hof waar eens de Amontempel uit het Middenrijk stond, een omheiningsmuur met een pyloon (de huidige 5de pyloon), hiervoor bouwde hij een tweede pyloon (de huidige 4de), tussen beide lag de aanvankelijke zuilenzaal van Thoetmosis I.
Thoetmosis III bouwde de huidige 6de pyloon, achter de 5de.
Amenhotep III liet rond 1400 v.Ch. voor het toen bestaande tempelcomplex een nieuwe pyloon bouwen (de huidige 3de) waartegen later de grote hypostyle zaal van Seti I en Ramses II zouden gebouwd worden.
Op de noord-zuid tempelas bouwde Thoetmosis III de 7de pyloon, Hatsjepsoet de 8ste, Horemheb en Ramses I de 9de en Horemheb de 10de.
Vóór de grote hypostyle zaal kwam de pyloon van Horemheb en Ramses I (de huidige 2de).
De eerste pyloon en de omheiningsmuur die het Amondomein omsluit werd pas gebouwd in de 30ste dynastie onder Nectanebo I (rond 380 v.C.), we bevinden ons dan in de Late Tijd.
Thoetmosis III liet achteraan op het Amondomein zijn Festivaltempel: het “Ach-menoe”, bouwen.
Tijdens de 18de dynastie voerden aanhangers van verschillende zonnegodsdiensten strijd: de zonnegod van Heliopolis: Re, werd sedert de verdrijving van de Hyksos door de heersers in Thebe verdrongen door de Thebaanse god Amon, de “koning der goden”. Een eerste poging om dit godsdienstig conflict te beslechten bestond er in Amon en Re te versmelten tot de rijksgod Amon-Re.
Tijdens de regeerperiode van Amenhotep III werd Aton, de zon in de vorm van een schijf met stralenkrans eindigend op handjes die de levenskracht geeft, geplaatst boven alle lokale goden. Deze god werd vereerd in zijn hemelse en unieke vorm en niet antropomorf voorgesteld, het was de eerste aanzet voor een monotheïstische godsdienst. Na de dood van Amenhotep III volgde zijn zoon Amenhotep IV ( de latere Achnaton ) hem op, hij kwam in conflict met de Amonpriesters, verplaatste zijn residentiestad naar Achet-Aton ( het huidige Tell-Amarna) en bouwde er een zonnetempels ter ere van Aton. Deze tempels verschilde grondig van de klassieke godentempel. Hij bestonden uit een ommuurd gebied van 250x40m, afgesloten door een monumentale ingang waarachter zes binnenhoven met tientallen offertafels in openlucht
De hervormingen van de Amarna-tijd leidde tot een verval van de faraonische macht. Achnatons opvolger, Toetanchamon, keerde terug naar de traditionele waarden en de cultus van Amon.
Met Horemheb kwam een eind aan de 18de dynastie.
Met Ramses I vangt de 19de dynastie aan. Na een korte regeerperiode kwam zijn zoon SetiI aan de macht. Deze farao bouwde in Karnak de hypostyle zaal en in Abydos zijn prachtige dodentempel en het Osireion
Zijn zoon Ramses II liet ons een imposante reeks gigantische bouwwerken na: in Neder-Egypte de versterkte stad Piramesse, in Karnak de hypostyle zaal, in Luxor voltooide hij de Amontempel en in Aboe Simbel liet hij twee gigantische rotstempels uithakken.
Op de westelijke Nijloever, tegenover de tempels van Karnak en Luxor, werden de Koninklijke dodentepels van het Nieuwe Rijk gebouwd. Ze hadden een voorname rol in de dodencultus van de in de rotsgraven rustende koningen. Vermelden we speciaal het Ramesseum van Ramses II en de tempel te Medinet Haboe van Ramses III.
Tegen het eind van het nieuwe Rijk, na de dood van Ramses XI, viel Egypte uiteen en opnieuw werd het koninkrijk opgedeeld. Dit was het begin van de
Derde Tussentijd
Uit deze periode is weinig bewaard gebleven, wel werden te Tanis in 1939 de graven gevonden van koning Psoesennes I (1054) en van koning Sjesjonq II die Jeruzalem innam in 925 v.Ch.
Late Tijd
Griekse periode
Gedurende de dynastie van de Ptolemaeën werden prachtige tempels gebouwd: Edfoe, Dendera, Kom Ombo en Philae; sommige werden voltooid tijdens de Romeinse periode. De tempel van Esna is aan het begin van onze jaartelling gebouwd.
Romeinse periode
Ondanks de Romeinse overheersing en de verspreiding van het christendom gingen de bouwactiviteiten gewoon door. De tempels van Dendera, Kom Ombo, Esna en Philae werden voltooid.
In de Isistempel te Philae bleef de godsdienst van de farao’s het langst voortbestaan en werden de laatste hiërogliefen opgetekend.
De Byzantijnse keizer Justinianus maakte in 537 n.Ch. een eind aan de Oud-Egyptische beschaving die dertig eeuwen lang bewonderenswaardige monumenten had gebouwd.